In de jaren tachtig en negentig won een team studenten van het Amerikaanse Massachusetts Institute of Technology (MIT) miljoenen met het kaartspel blackjack. Het verhaal is dan ook legendarisch, en werd al meerdere malen verfilmd. De studenten slaagden erin door de kaarten te tellen. Wat houdt die strategie in? Is ze toegelaten? En is ze haalbaar?
Als je in de Van Dale de betekenis van blackjack opzoekt, dan lees je dat het kaartspel, dat op een soort eenentwintigen lijkt, als een behendigheidsspel is erkend, maar vaak als een kansspel wordt gespeeld. Terwijl je blackjack wel degelijk slimmer kunt spelen, zoals de MIT-studenten bewezen.
Zij besloten de kaarten te tellen die al gespeeld waren en dus bij een volgende speelronde niet meer in de slof staken. Concreet hielden ze bij hoeveel hoge kaarten de slof nog bevatte. Zo hadden ze een grotere kans om van de bank te winnen. Waarom was dat zo?
Om dat te begrijpen, moet je weten dat hoge kaarten bij blackjack in het voordeel van de speler zijn, en lage kaarten in het voordeel van de bank. De verhouding tussen hoge en lage kaarten in de kaartenslof verandert omdat je in blackjack meestal ronde na ronde met dezelfde slof blijft spelen, tot alle kaarten opnieuw geschud worden of er een nieuwe slof wordt geïntroduceerd.
Bevat de resterende kaartenslof nog veel tienen en azen die 1 of 11 waard zijn (hoge kaarten dus), dan is de kans groot dat je sneller dan de bank 21 behaalt of dat je blackjack bereikt (21 met de eerste twee kaarten). Tegelijk heb je dan veel kans om een gunstige kaart te krijgen wanneer je verdubbelt. Verdubbelen kan je op een puntentotaal van 9, 10 of 11. Je inzet gaat dan maal twee, en je krijgt nog één kaart van de bank. Is dat een tien, dan heb je 21 punten.
Bevat de kaartenslof nog veel lage kaarten (3, 4, 5 en 6), dan geniet de bank voordeel, aangezien die volgens de regels altijd een kaart moet nemen wanneer hij met de eerste twee kaarten 12 tot 16 punten behaalde. Hij is dan ‘verstijfd’ op die totalen, en moet bijnemen. Heeft de bank dan veel kans op kleine kaarten, dan overstijgt hij niet zo snel 21.
Bottomline: hoe meer hoge kaarten een slof bevat, hoe groter de kans dat jij 21 haalt en de bank niet. Moet je daarbij dan de waarde van elke individuele kaart tellen, om te weten of je een voordeel hebt tegenover de bank? Gelukkig niet! We leggen je een veelgebruikte basisstrategie uit; die ook de MIT-studenten toepasten.
Kaarten tellen houdt niet in dat je letterlijk onthoudt welke al gespeeld zijn. Je houdt wel bij hoeveel hoge kaarten er nog in de kaartenslof zitten. Velen gebruiken daarbij is de High-Low-strategie. Elke kaart in een deck, waarvan de slof er meerdere bevat, krijgt een bepaalde telwaarde: +1, -1 of 0. Samen is een deck van 52 kaarten 0 waard. Hoge kaarten (een 10 of meer) krijgen het telcijfer -1, lage (2 t/m 6) krijgen het cijfer +1, en de 7, 8 en 9 tellen als 0.
Je begint te tellen als er een nieuwe kaartenslof wordt geïntroduceerd of als er opnieuw geschud wordt. Op dat moment is de tafeltelling 0. Terwijl de kaarten getoond worden, voeg je een 1 toe, trek je een 1 af of voeg je een 0 toe. Start je een nieuwe slof en is de eerste kaart op tafel een heer, dan bedraagt je telresultaat -1. Is de volgende kaart een 3, dan wordt het telresultaat 0 (-1 en +1 is uiteraard 0).
Hoe hoger je telresultaat, hoe groter de kans dat er nog veel hoge kaarten in de slof zitten, en omgekeerd. Het maakt je beslissingen makkelijker. Heb je bijvoorbeeld 16 punten en weet je dat er veel lage kaarten in de slof zitten, dan neem je minder risico door nog een kaart te nemen (te ‘hitten’). Bevat de slof op dat moment veel hoge kaarten, dan kan je misschien beter passen, je inzet verhogen of zelfs verzekeren (wat anders vaak een domme beslissing is). Bevat de slof veel lage kaarten, dan verlaag je beter je inzet.
Illegaal is het niet, maar omstreden is het zeker wel. Vele spelers beschouwen het gewoon als een speeltechniek om de bank te verslaan en winst te boeken. De kaarten louter tellen is dan volgens hen geen bedrog plegen. Het is op zich ook niet tegen de regels van blackjack.
Maar dat maakt nog niet dat elk casino blij is dat je de kaarten telt tijdens een partijtje. Vaak verbiedt het de praktijk ook in zijn huisreglement. Een getrainde croupier heeft al snel door dat je de kaarten aan het tellen bent, en wijst je dan mogelijk de deur. Je checkt dus beter eerst het reglement, vooraleer je de techniek probeert toe te passen.
‘Proberen’ toepassen is trouwens niet verstandig. Vooraleer je met echt geld speelt, moet je het kaartspel én de strategie zeer goed onder de knie hebben. Daarom speel je blackjack beter eerst onder vrienden of gratis online. Zo oefen je zonder geld te verliezen. Veel plezier gewenst!