Gokproblemen zijn maatschappelijk weinig zichtbaar. Dat neemt niet weg dat ze een grote impact hebben op de betrokken spelers en hun omgeving. Preventie en zorg zijn dus absoluut nodig, maar die hebben slechts zin binnen een flankerend beleid. Wat dat laatste moet inhouden, lezen we in het nieuwe memorandum van de Gezinsbond, het Centrum voor Alcohol- en andere Drugproblemen (CAD) Limburg en de Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen (VAD).
Het memorandum vind je via deze pagina van Gokhulp, een initiatief van onder andere het CAD Limburg. In de tekst doen het CAD Limburg, de Gezinsbond en het VAD samen hun visie op een optimaal beleid rond gokhulp uit de doeken.
Het kansspelbeleid zou steeds bepaald moeten worden met het oog op een betere bescherming van het welzijn en de gezondheid van de spelers, steken de organisaties in hun memorandum van wal. Zo dienen maatregelen die de speler beschermen te primeren op de rendabiliteit van de sector. Tegelijk moeten de beleidsmakers bij het nemen van elke beslissing het effect op de gezondheid nagaan.
“Om gokproblemen te voorkomen en integraal aan te pakken, zijn vier pijlers van belang, die elkaar aanvullen: regels en afspraken, zorg en begeleiding, informatie en sensibilisering (educatie) en omgevingsinterventies”, aldus de onlinetekst bij het memorandum op Gokhulp. Zijn deze pijlers evenwichtig uitgewerkt, dan ontstaat een beleid waarin verschillende maatregelen en acties op elkaar afgestemd zijn en elkaar versterken. Wat moeten die pijlers nu concreet inhouden?
TIP Meer weten over Gokhulp? Lees ons recente blogpost over dit initiatief.
“Het fundamant voor een effectief beleid is een beschermend wetgevend kader. Mensen moeten hun spelplezier zelf kunnen invullen, maar binnen een beschermende context”, vervolgt de begeleidende tekst bij het memorandum op de website van Gokhulp.
Wetgevende initiatieven moeten marketing en reclame verbieden of beperken, het spelaanbod reguleren, de beschikbaarheid ervan intomen, strategieën van zelfcontrole invoeren en het EPIS-uitsluitingssysteem verfijnen, aldus de organisaties. Spelers moeten ook attent gemaakt worden op de tijd en het geld dat ze als individu – niet enkel gemiddeld – kunnen verliezen.
Enkele wetgevende initiatieven die momenteel in de pijplijn zitten, nemen al een aantal van deze kernpunten mee, aldus de schrijvers van het memorandum. Maar het legale aanbod faciliteren om het illegale gokaanbod aan banden te leggen, dat beschermt volgen hen niet genoeg. Sommige gokactiviteiten zijn immers verslavender dan andere, en vergen dus een verschillende aanpak. Tegelijk moet de regelgeving afdwingbaar zijn en dienen er voldoende controles plaats te vinden.
Er is ook nood aan meer neutraal onderzoek. “Zo zou een studie naar de sociale kost zeer waardevol zijn,” lezen we in het memorandum, “naast onderzoek naar de effectiviteit van beschermende maatregelen.” De kansspelsector zou hiertoe kunnen bijdragen via een verplichte bijdrage aan een fonds voor neutraal wetenschappelijk onderzoek.
Daarnaast is het nodig om middelen vrij te maken voor preventie door welzijns- en gezondheidsorganisaties, aldus het memorandum. Zo moeten we kinderen en jongeren vanuit de bredere samenleving sensibiliseren. Ook hebben we een duidelijke en wetenschappelijk onderbouwde richtlijn nodig die net als bij alcohol een antwoord geeft op de vraag: “Hoeveel is te veel?” Tegelijk pleiten de schrijvers ervoor dat kansspeloperatoren anoniem hun data ter beschikking stellen, voor onderzoek, preventie en wetgevende initiatieven.
De aandacht voor gokproblemen in de welzijn- en zorgsector moet vergroot worden, door:
De kansspelsector groeit. Dat zien we ook in het straatbeeld, online, op tv en zelfs in games. Reclame leidt volgens het memorandum tot normalisatie van gokken. Tegelijk zou ze, samen met het aanbieden van boni, irrationele overtuigingen in de hand werken.
Er is nood aan een wettelijk afdwingbaar initiatief, aldus de schrijvers, in eerste instantie om kwetsbare groepen te beschermen. “Daarbij vragen we ook om de minimumleeftijd voor alle kansspelen tot 21 jaar op te trekken, gezien de kwetsbaarheid van jonge mensen en hun vaak beperkte financiële draagkracht.”
Dat reclame voor het legale aanbod mensen weghoudt van het illegale aanbod, is volgens de organisaties achter het memorandum niet onderbouwd. Reclame vestigt volgens hen de aandacht op gokken an sich.
Afsluiten doen de Gezinsbond, het CAD Limburg en het VAD met enkele heel concrete aanbevelingen voor het beleid rond gokhulp: