Op een banale maandag in september 2019 viel de Spaanse politie binnen bij Madrileense gokkantoren. Ze betrapte er 28 minderjarigen die aan het gokken waren. Tijdens de schooluren. Spanje heeft een gokprobleem, zoveel is langer duidelijk. En nog geen kleintje ook. Het land heeft namelijk meer gokverslaafde tieners dan eender welk ander Europees land.
Hoewel het verboden is, gokken Spaanse minderjarigen regelmatig. Eén op de vijf jongeren tussen 14 en 21 zou volgens de Spaanse Federatie van Gerehabiliteerde Gokkers (Fejar) gokverslaafd zijn. Activiste en politica Sol Sánchez noemt het fenomeen ‘de nieuwe heroïne van de arbeidersbuurten’.
Dat alles hoeft niet te verbazen. In vijf jaar tijd is het aantal gokkantoren in Madrid verdrievoudigd, vooral in armere stadsdelen. In 2011 werd in Spanje een wet voor onlinegokken gestemd, waarin reclamestrategieën via verschillende communicatiekanalen en sociale netwerken aangemoedigd werden. Jawel, aangemoedigd.
Nadien zochten, tussen 2012 en 2015, steeds meer jonge mensen hulp om uit hun gokverslaving te komen, aldus Juan Lamas, directeur van Fejar. In 2015 waren jongeren onder de 26 jaar goed voor 16% van de nieuwe opnames, terwijl dit percentage vóór de legalisatie amper 3,8% bedroeg.
Ook de aard van de verslaving verandert. Vroeger zocht wie in Spanje gokverslaafd was, vooral zijn toevlucht tot gokautomaten en krasloten. Vandaag speelt hij of zij hoofdzakelijk online. De kansspelen op het internet zijn laagdrempelig en altijd en overal beschikbaar. Veel jongeren geven toe dat ze gokverslaafd werden door onlinespelletjes, en dat ze werden verleid door reclame voor goksites. Reclame die, nota bene, gebruikmaakt van beroemdheden zoals Lionel Messi.
De regelgeving omtrent gokreclame is in België heel strikt, maar in Spanje is die veel lakser. Volgens de Spaanse Audiovisuele Raad is 45% van de gokadvertenties op de Spaanse televisie te zien op momenten dat er kinderen kijken. Voor de commerciële radiozenders loopt dat zelfs op tot 84%.
Om te voorkomen dat deze cijfers nog meer stijgen, moet gokreclame volgens de directeur van Fejar gereguleerd worden en dient de overheid gokverslaving als een aanslag op de volksgezondheid te beschouwen.
In Barcelona is er ondertussen een wet aangenomen die de opening van nieuwe gokkantoren verbiedt. Ook Spaans minister van Consumptie Alberto Garzón wil een resem maatregelen nemen om het probleem aan te pakken. Zo wil hij overdag geen reclame voor goksites meer zien op televisie, wenst hij dat gokkantoren pas na tien uur ’s avonds opengaan, en wil hij een verbod op bookmakers in de buurt van scholen invoeren. Het is in Spanje immers niet uitzonderlijk dat gokkantoren zich op enkele honderden meters van een school vestigen.