In tegenstelling tot landen als België, bant Japan de meeste vormen van gokken, op enkele uitzonderingen na, zoals publieke races waarop je kan wedden en loterijen georganiseerd door prefecturen of grote steden. In 2018 leek daar verandering in te komen, met een wet die casino’s legaliseerde. Maar de uitvoering daarvan loopt allerminst van een leien dakje.
In juli 2018 keurde Japan een wet goed, die officieel casino’s in het land toeliet. Politiek gezien was dat niet minder dan een aardverschuiving. In totaal zouden drie Japanse resorts, met ook hotels en winkels, de deuren in Japan mogen openen, op locaties bepaald door de overheid. Die worden wel aan beperkingen onderworpen en Japanners mogen ze maximaal drie keer per week bezoeken, of tienmaal per maand. Japanse bezoekers moeten bovendien 6.000 yen toegangsgeld (49 euro) betalen. Zo wil Japan verslaving voorkomen.
Zowel aan de kant van de casino-uitbaters als de Japanse rechtsgebieden bleek er interesse, om resorts uit te baten of te verwelkomen. Maar het grote publiek én Japanse politici zijn steeds meer tegen de introductie, zeker nadat recent een omkoopschandaal losbarstte.
In september 2019 maakte de Japanse minister Kazuyoshi Akaba bekend dat acht Japanse rechtsgebieden casino’s met hotels en winkels op hun grondgebied wilden verwelkomen. Meer zelfs, ze bereidde zich voor om aanvragen van uitbaters in te dienen.
Het eerste rechtsgebied dat een proces opstartte waarmee casino-uitbaters een aanvraag konden indienen, was Osaka. Daarop kreeg die stad meteen aanvragen binnen van onder meer casino-operatoren Las Vegas Sands Corporation, Wynn Resorts, MGM Resorts, Melco Resorts en Genting Singapore.
Ook toen de stad Yokohama in augustus 2019 aangaf mee te dingen naar een toelating voor een casino op zijn grondgebied, maakte Las Vegas Sands Corporation snel bekend in Yokohama of Tokyo te willen investeren. De Japanse arm van Wynn Resorts beweerde dan weer het grootste resort ter wereld te willen bouwen, in Tokyo, Osaka of Yokohama.
Het grote Japanse publiek bleek al langer merendeels tegen de legalisering te zijn. In september 2019 hield het Japanse persbureau Jiji Press een enquête, waaruit bleek dat 58% tegen de introductie van casino’s met hotels en winkels was. Die publieke tegenstand nam de voorbije weken echter verder toe. Volgens nieuw onderzoek van het Japanse persbureau Kyodo News, vrijgegeven op 12 januari 2020, vindt ongeveer 70,6% dat de overheid haar beslissing tot legalisering moet herzien.
De reden voor de toenemende tegenkanting? Enkele weken geleden barstte een omkoopschandaal los. Daarbij werd Tsukasa Akimoto gearresteerd, een voormalig lid van de Liberal Democratic Party, de partij van de Japanse eerste minister. Van augustus 2017 tot oktober 2018 kaderde Akimoto het nieuwe overheidsbeleid voor casino’s.
In die periode zou Akimoto 33.800 dollar ontvangen hebben van de Chinese gokoperator 500.com, die ook zijn vluchten en hotelkosten betaalde. Geld dat hij dan verder zou verdeeld hebben onder vijf Japanse politici. Zo wou 500.com zich mogelijk van een licentie voor een resort in Hokkaido verzekeren.
Daarop trok de prefectuur Hokkaido in november 2019 zijn aanvraag voor een casino op zijn grondgebied in, net als Chiba. Ondertussen vinden er ook protesten plaats in Yokohama. Zelfs meerdere casino-operatoren twijfelen nu naar verluidt om in Japan te investeren.
Ondertussen besloten de meeste Japanse oppositiepartijen ook al om wettelijk weerwerk te bieden. Wetmakers zullen samen een voorstel indienen om de wet die casino’s toelaat, terug te draaien. De Constitutional Democratic Party of Japan wil een referendum organiseren, en het Japanse volk vragen of het wel of niet casino’s wenst. Dit verhaal is alleszins nog niet ten einde.