Eenieder is geacht de wet te kennen. Maar wanneer doorbladerde jij laatst vrijwillig het Belgisch Staatsblad, om op de hoogte te blijven van elk Koninklijk Besluit? Omdat we ons ervan bewust zijn dat wetteksten niet altijd in mensentaal worden opgesteld, vatten we voor jou even samen wat het Koninklijk Besluit van 25 oktober 2018 precies vertelt over reclame voor online-kansspelen.
Het Koninklijk Besluit over de voorwaarden voor het uitbaten van kansspelen en weddenschappen via informatiemaatschappij-instrumenten – een hele mondvol – verscheen op 25 oktober 2018 in het Staatsblad en reguleert de uitbating van online-kansspelen. Een groot aantal van de regels eruit spitsen zich toe op reclame.
Letterlijk klinkt het KB als volgt: “Reclame voor kansspelen die via informatiemaatschappij-instrumenten door de houders van een vergunning klasse A+ (casino’s) of B+ (speelhallen) worden uitgebaat, is uitsluitend toegelaten hetzij op de vergunde website waarop de kansspelen worden uitgebaat, hetzij door middel van gepersonaliseerde reclame.”
Met andere woorden: reclame voor online casino’s en goksites mag enkel op de site zelf en door middel van gepersonaliseerde reclame. Wat betekent dat allemaal?
Om te beginnen: wat zijn ‘informatiemaatschappij-instrumenten’? Doe geen moeite om het woord op te zoeken in Van Dale: het staat er niet in. De wetgever omschrijft informatiemaatschappij-instrumenten als elektronische apparatuur voor de verwerking, met inbegrip van digitale compressie, en de opslag van gegevens, die geheel via draden, radio, optische middelen of andere elektromagnetische middelen worden verzonden, doorgeleid en ontvangen. Computers dus, net als smartphones, tablets en alle mogelijke tussenvormen die je op de markt vindt.
Onder ‘reclame’ verstaat het KB: “Iedere mededeling die […] ten doel heeft de goederen, diensten of het imago van een onderneming […] te promoten, ongeacht de plaats of de aangewende communicatiemiddelen.” Deze definitie verschilt van die gebruikt in andere (media-)decreten en is opzettelijk – jawel, opzettelijk – vaag gehouden. Zo is het immers moeilijker om in de toekomst de bepalingen van het KB te omzeilen, met nieuwe vormen van reclame.
Welke vormen van reclame verbiedt het Koninklijk Besluit bijvoorbeeld? Banners, pop-ups, sponsoring, sponsorspots (korte reclameboodschappen van de sponsor van een sportwedstrijd die buiten het reclameblok worden getoond) en de ondertussen uitgestorven live casino-uitzendingen. Buitenlandse aanbieders van kansspelen mogen sowieso geen reclame in ons land voeren, omdat zij niet over een Belgische vergunning beschikken.
Wat wél mag, is gepersonaliseerde reclame, die individueel gericht is op de ontvanger zelf. Weliswaar op voorwaarde dat ze aan enkele vereisten voldoet. De ontvanger moet namelijk al als speler geregistreerd zijn op de goksite en mag niet op de zwarte lijst van het EPIS-systeem staan. Om dat te garanderen, moet de goksite maximaal 24 uur vóór het versturen van de reclame de EPIS-lijst raadplegen.
Wie meewerkt aan een onwettige reclamecampagne – bijvoorbeeld het bedrijf dat de gebruikte advertentieruimte verkoopt – valt niet onder de bevoegdheid van de Kansspelcommissie, die juiste toepassing van het Koninklijk Besluit controleert. Toch mag de onderneming zich aan een telefoontje van de bevoegde instanties verwachten.
Het Koninklijk Besluit reglementeert ook strikt welke boodschappen de reclame mag brengen. Aanbieders van gokspelletjes mogen de winstkansen niet overdrijven en de kans op verlies niet minimaliseren. Alle reclameboodschappen moeten bovendien de minimumleeftijd aangeven en het bericht ‘Gok met mate’ toevoegen. Het decreet schrijft zelfs voor in welk lettertype die cruciale zin vermeld moet worden.
Goksites mogen ook niet uitpakken met promoties voor bonussen, het toekennen van gratis speelbeurten, een vermenigvuldigingsfactor op de winst … Zelfs niet in de ‘gepersonaliseerde reclame’ waarin het KB voorziet.
Bovendien moeten spelers op de goksite om de tien minuten een pop-up of andere notificatie te zien krijgen, die hen informeert over de mogelijke risico’s van deelname aan kansspelen of weddenschappen.
Daarnaast kan een speler op een online goksite maximaal 500 euro per week opladen op zijn spelrekening (dit mag overigens niet met een kredietkaart). Die limiet geldt per individuele speler en over alle vergunde websites heen. Bij elke storting moet de uitbater van de site bij de Kansspelcommissie nagaan of de storting wel toegelaten is – of de speler zijn limiet dus niet heeft overschreden.
Spelers kunnen de limiet altijd verlagen. Verhogen kan ook, op voorwaarde dat de speler bij de Centrale voor Kredieten aan Particulieren niet als wanbetaler bekendstaat. Als de aanvraag voor een limietverhoging wordt goedgekeurd, treedt die goedkeuring pas na drie dagen in werking.
Dat is alvast de theorie, maar hier zit er een kink in de kabel. Op dit moment bestaat er namelijk geen overkoepelend informatiesysteem dat de stortingen van spelers bijhoudt en aftoetst aan een stortingslimiet op centraal niveau. Zolang dat systeem er niet is, moeten de uitbaters van de goksite de limiet enkel toepassen op hun eigen website. Het is dus perfect mogelijk dat één speler bij meerdere aanbieders de wekelijkse limiet van 500 euro opspeelt. Een probleem dat we ook eerder al aankaartten, toen Groen aantoonde hoe makkelijk de limiet te omzeilen viel.
Er is dus nog werk aan de winkel.